Vrijstaat Hertals

Waarde directoraatsleden,

Waarde breistaat,

Waarde bleitstaat,

Waarde mezelf,

 

Het is als Opperwinnetou van de Stam der Vrijstaters alweder een eer het woord tot u te richten. Met gespleten tong spreken, ik zal niet. Ugh!

 

Als Sachem van de Vrijstaat mocht ik al meer dan een decennium samen met u allen vijandige stammen onderwerpen. U herinnert zich ongetwijfeld nog de talrijke meerdaagse veldtochten tegen de Noormannen, de Dirupianen, de Zuidfranse Wijngaardstammen, de bevolking van Poeiel Harbour en ander gepeupel. Ugh!

 

Meerdere emmers vuurwater hebben wij naar de eeuwige jachtvelden en andere urinoirs gestuurd. Menige overwinningsbanket hebben wij verwerkt. Talrijk oppositielid hebben wij aan onze verbale totempaal gefolterd! Soms zelfs tot zij de grote plas in vluchtten!

 

Talrijke krachtige toespraken mocht ik — Beren Bart met stem als Klok —  aan het ronde totemschenkblad tot u richten. Alsook vanavond aan het kampvuur in het gezelschap van onze breiende squaws en papooses.

 

Het is mij een eer ook vanavond weer de eretekens uit te reiken. Zoals het hoort te beginnen met mezelf!

 

Laat Dircom, mijn naamgenoot en medestichter, mij mijn welverdiende ereteken waarmede ik mij kan onderscheiden van de laten en horigen overhandigen. Ongetwijfeld een ereteken waarmee ik als stamhoofd kan pronken! Ugh voor mezelf!

 

 

Waarde directoraatsleden,

Waarde breistaat,

Waarde bleitstaat,

Waarde mezelf,

 

De afwezigen hebben alweder ongelijk. Schande over Ambas die op dit moment ergens aan de Moerdijk is ingegraven. Schande over Dirlog die steeds meer op zijn tipi begint te lijken. Een steeds omvangrijker vel over wat stokken. Schande over de Quaestor die nu in Italië knalpijpt. Een misprijzend Ugh is welverdiend!

 

Maar, waarde aanwezigen. Broeders! Laat ons vooral niet stilstaan bij wat niet is. Maar wel bij wat is geweest, wat is en wat zal zijn. Zoals ik, de stadhouder was, ben en zal zijn. Enkele korte ontslagrondes buiten beschouwing gelaten.

 

Broeders! Strijdmakkers! Kameraden! Stamgenoten! Stamgasten!

 

U kan allen ongetwijfeld artikel 18 uit het Handvest uit het hoofd reciteren in vier of meer talen. Edoch, omdat sommigen reeds wat vuurwater hebben verorberd, anderen lijden aan de dolle buffelziekte wegens het verorberen van te veel gebakken buffel, citeer ik nogmaals uit het Handvest, artikel 18 volgens de profeet Bart.

 

 

Beste directoraatsleden,

 

Treed naar voor.

 

U bent in het voorbije jaar allen geslaagd voor uw taken ter verdediging van de Vrijstaat tegen rode burgemeesters, dronken schepenen, vrouwelijk schoon en doppositie. Dank daarvoor. Uw ereteken is verdiend. Derhalve mag ik u alleen vereren met een nieuw hoogtechnologisch Vrijstatelijk wapen dat de uitvoering van artikel 18 sterk ten goede zal komen.

 

Ten strijde! Oh Protbar!

 

Ugh! Gespreekt, ik heb.
Vullers de Roem!